Staatssecretaris ziet geen gevaar in overname Arriva

Staatssecretaris Vivianne Heijnen ziet weinig problemen als vervoerder Arriva door Deutsche Bahn wordt verkocht aan een Amerikaanse investeringsmaatschappij. Dat laat ze weten in antwoord op Kamervragen van de SP.

Heijnen verwacht niet dat de voorgenomen overname gevolgen heeft voor het bus- en treinvervoer in Limburg. "Arriva heeft bij mij aangegeven dat er geen gevolgen zijn voor reizigers en medewerkers en dat Arriva onder dezelfde voorwaarden haar OV-diensten blijft aanbieden in de gebieden waar zij OV-concessies heeft."

Volgens de staatsecretaris ziet de provincie Limburg erop toe dat de vervoerder zich aan alle gemaakte afspraken houdt.

Winstbejag
Heijnen hamert erop dat ieder bedrijf op een stabiele en betrouwbare manier het bus- en treinvervoer moet uitvoeren. "Met het oog op dat geschetste belang blijf ik alert en volg ik de komende tijd nauwlettend hoe dit zich ontwikkelt."
Dat juist een grote Amerikaanse investeringsmaatschappij winstbejag zou najagen, vindt ze geen probleem. Want iedere vervoerder die inschrijft op een aanbesteding wil ook winst maken.

Belang reiziger
Er zijn volgens haar genoeg middelen om het belang van de reiziger te beschermen.
Vivianne Heijnen: "Vervoerders kunnen niet eenzijdig tarieven verhogen of minder rendabele verbindingen schrappen als dit in strijd is met de concessieafspraken en zonder toestemming van de concessie verlenende overheid."

Geitenpaadje
Door de overname heeft de provincie Limburg wel de mogelijkheid om onder strikte voorwaarden onder het huidige contract met Arriva uit te komen.

"De provincies hebben het recht om de concessie met Arriva te beëindigen als daar voldoende grond voor is en als er juridische houdbare argumenten zijn om niet in te stemmen met de verkoop." De kans daarop wordt klein geacht. Volgens de staatssecretaris is het geen noodzaak dat openbaar vervoer een taak is van de overheid in plaats van het bedrijfsleven. Dat zou in in strijd zijn met Europese regels.